Een natuurvergunning krijgen, hoe staat het er nu mee?
Op 18 december 2024 deed de Raad van State uitspraak in de zaken over Rendac en de Amercentrale. De Raad van State gaf aan dat intern salderen toch vergunningplichtig is. Dat heeft nogal wat gevolgen.
Intern salderen?
Intern salderen is een proces waarbij een toename van stikstofemissie door een nieuwe of veranderde activiteit gecompenseerd wordt door een reductie van stikstofemissie bij een andere activiteit binnen de eigen locatie.
Door de uitspraak van de Raad van State moet nu echter eerst het effect van de verandering – de nieuwe of veranderde activiteit – op zichzelf worden bepaald. Alleen als daaruit blijkt dat significant negatieve effecten op Natura 2000-gebieden kunnen worden uitgesloten, is geen natuurvergunning nodig. Als dat niet kan worden uitgesloten, is een vergunning nodig en daarbij hoort een passende beoordeling.
Passende beoordeling
Passende beoordelingen kregen in het geval van intern salderen een andere insteek. Voorheen werd in een passende beoordeling altijd gekeken naar een toename van een effect op het natuurgebied. Ook werd beoordeeld of deze toename kan leiden tot significant negatieve effecten. Bij (zeer) kleine toenames werd ecologisch onderbouwd dat deze geen significant effect hadden. In dat geval werd beoordeeld hoe die effecten te mitigeren of compenseren waren met maatregelen buiten de eigen locatie (zoals extra maatregelen in natuurgebieden, bijvoorbeeld plaggen of aanleg van extra natuur).
Vaak heeft stikstofdepositie als enige invloed op een natuurgebied. Andere factoren zoals geluid, water en licht hebben meestal geen effect, bijvoorbeeld omdat het natuurgebied te ver weg ligt.
In de nieuwe situatie kan intern salderen ook zo’n mitigerende maatregel zijn, waardoor er in feite geen toename van effect meer is. In deze situatie is de passende beoordeling niet meer vooral een ecologische beoordeling van een extra effect. Het gaat juist om de onderbouwing van intern salderen en wat daarvan het gevolg is. Is intern salderen daarmee eigenlijk hetzelfde gebleven, maar dan via een vergunning? Het antwoord hierop is nee. Er moet nu namelijk rekening gehouden worden met de additionaliteitsvereiste.
Additionaliteit
Bij het verlenen van de natuurvergunning moet het bevoegd gezag de kwaliteit van de betrokken natuurgebieden beschouwen. Met de bedoeling te beoordelen of de reductie van stikstofemissie niet primair moet worden ingezet om de kwaliteit van het natuurgebied te verbeteren. Als dat zo is, blijft er vervolgens geen reductie van stikstofemissie meer over om de toename van stikstofemissie door de nieuwe/veranderde activiteit te compenseren. Er zijn meerdere Natura2000-gebieden waar de kwaliteit van bepaalde stikstofgevoelige habitats (zeer) slecht is. Een bekend voorbeeld hiervan is de Veluwe. Op dit additionaliteitsvereiste zijn al meerdere vergunningen bij de rechter gesneuveld.
Provinciaal beleid
Provincies zijn (mede) om deze reden druk bezig met het opstellen van beleid voor intern salderen. Op dit moment heeft alleen de provincie Gelderland beleid vastgesteld. Naar verwachting volgen andere provincies snel, waarbij ze ongetwijfeld goed naar het beleid van Gelderland kijken. Een belangrijk punt in dit beleid is dat, in navolging van extern salderen, maar een deel van de reductie van stikstofemissie mag worden gebruikt voor saldering. Ook stelt de provincie voorwaarden aan de activiteit die wordt ingezet als stikstofreductie. De bedoeling is uiteraard dat dit beleid garandeert dat de kwaliteit van de natuur daadwerkelijk voldoende verbetert. En dat daarmee invulling wordt gegeven aan het additionaliteitsvereiste.
Hoe verder?
Er zijn op dit moment veelvuldig uitspraken van rechtbanken en de Raad van State over natuurvergunningen. Die geven enerzijds wat meer invulling aan eerdere uitspraken, maar kunnen ook wel verrassend zijn. Bijvoorbeeld: hoe ver reikt “het project” en wanneer is er nog sprake van intern salderen. Ook wordt beleid van de andere provincies verwacht. Overkoepelend is het verkrijgen van een natuurtoestemming complexer geworden en ook onzekerder. Dit zal nog wel even aanhouden. Dat wil echter niet zeggen dat gewenste bedrijfsontwikkelingen per definitie onmogelijk zijn.
Meer informatie
Als u hierover meer wilt weten of als u een bedrijfsontwikkeling wenst, neemt u dan contact op met mij of een van mijn collega’s, bijvoorbeeld via m.vdpavoordt@kuiperburger.nl of info@kuiperburger.nl.
Marco van de Pavoordt, senior adviseur