GP Groot, in 1917 gestart als familiebedrijf in afvalverwerking, is gevestigd aan het Noord-Hollands kanaal in de nog landelijke Boekelermeerpolder van Alkmaar. Van het 40 hectare grote terrein, is momenteel 20 hectare in gebruik als stortplaats. De rest wordt benut als bewerkingsterrein t.b.v. recycling en kantoorlocatie. Kuiper & Burger is voor GP Groot huisadviseur inzake vergunningen en strategische vraagstukken op milieugebied.

500.000 ton afval

“Naast de afdelingen Aanneming en Brandstoffen is bij GP Groot de sector Afvalverwerking de meest zichtbare activiteit. De specialisaties Containerservice en Recycling zijn beide activiteiten van Afvalverwerking en met zo’n 65 wagens wordt voornamelijk in het gebied boven het Noordzeekanaal afval ingezameld. Jaarlijks passeert circa 500.000 ton afval de weegbrug. Hieronder zijn bouw- en sloopafval, grof huishoudelijk afval, bedrijfsafval en diverse monostromen. Het afval wordt grotendeels gerecycled. Er vinden bewerkingen plaats met installaties ten behoeve van puin breken, houtbewerking en compostering. Uiteindelijk wordt circa 50.000 ton op de eigen locatie gestort. In samenwerking met Boskalis bewerkt GP Groot zandachtige materialen en in samenwerking met Howitec bollennetten.”

Recycling oude stort

Aan het woord is de Drs. Ing. R.B. Leeftink, directeur van Containerservice BV en Recycling BV. “Deze stortplaats was eigenlijk zo’n 12 jaar geleden al vol. We hadden toen een storthoogte van 5 meter. Ondanks dat we hier 2 meter onder N.A.P. zitten was de stort in dit vlakke polderland al gauw zichtbaar. Hierdoor kon de vergunning slechts worden verruimd naar een toegestane storthoogte van 14 meter. Toen in 1988 de stortplaats vol was zijn we begonnen hem af te graven en conform de milieueisen te voorzien van een adequate bodemafdichting. Bovendien is toen een begin gemaakt met het op eigen terrein recyclen van de oude stort. Tweederde van die oude stort wordt verwerkt tot granulaat. Afhankelijk van de hardheid en korrelgrootte wordt dit granulaat toegepast als verhardingsmateriaal in de wegenbouw of het wordt verwerkt in beton. Eenderde gaat terug naar de stortplaats. Door de combinatie van nieuwe storthoogte en recycling realiseerden we een belangrijke capaciteitstoename. Door de vanuit Alkmaar oprukkende bebouwing met hogere bouwhoogtes zal de komende jaren de zichtbaarheid van de stort drastisch worden verminderd. De omgeving wordt nu immers bedrijventerrein. In de nieuwe vergunning willen we nu de storthoogte met enkele meters vergroten om ook het laatste deel van de oude stortplaats hierin te kunnen verwerken.”

Overleg met Provincie

Maar de ontwikkelingen gaan door. Momenteel is GP Groot in samenwerking met Kuiper & Burger bezig met de voorbereidingen van een totale herinrichting van het terrein. De heer Leeftink: “Bij dit project adviseert Kuiper & Burger het management, ze maken het activiteitenoverzicht, verzorgen de stukken ten behoeve van de provincie en nemen deel aan de besprekingen met de provincie. Daarnaast detacheert Kuiper & Burger hier circa één dag per week een medewerkster voor alle publieksrechtelijke milieutaken. Deze zorgt bijvoorbeeld voor actualisering van alle milieuvergunningen. Al met al hebben we veelvuldig contact met de directie en medewerkers van Kuiper en Burger, en dus hebben we een aardige indruk van dit bureau. De mensen van Kuiper & Burger zijn deskundig, pragmatisch, to the point en ze functioneren goed tussen onze eigen medewerkers.”

K&B verplaatst zich in de positie van het bedrijf en kijkt er vervolgens naar door de bril van de vergunningverlener. Het resultaat is een lees- en werkbare vergunningaanvraag”

“Voorschriften van de overheid in de vorm van wetten zijn uitgebreid en soms complex. Aanvragen voor vergunningen, die raakvlakken hebben met die wetten vergen dan ook een uitgebreide beantwoording die op haar beurt eveneens complex kan zijn. Om een aanvraag op een juiste manier in te dienen, moet je de taal spreken van de vergunningverlener. Kuiper&Burger spreekt die taal”, aldus Theo Stahl, milieu-coördinator binnen Ertsoverslagbedrijf Europoort (EECV).

Kennis

Zonder de realiteit geweld aan te doen, wil EECV er zeker van zijn dat zij de vergunningverlener tegemoetkomt in hetgeen wettelijk vereist is. En wel zodanig dat de uiteindelijke beschikking zorgt voor een werkbare situatie voor alle betrokkenen. Stahl: “Dat vereist dat je op de hoogte moet zijn van wat de overheid verlangt. Niet alleen naar de letter van de wet, maar ook naar de geest van de wet. Je moet dus over voldoende kennis beschikken om een vergunningaanvraag tot een goed einde te brengen. Kuiper&Burger verplaatst zich in de positie van het bedrijf en kijkt er vervolgens naar door de bril van de vergunningverlener. Het resultaat is een lees- en werkbare opstelling van de vergunningaanvraag.”

Milieuplan

EECV is al dertig jaar een toonaangevend overslagbedrijf in de Rotterdamse haven. De economische groei, een toenemende vraag naar staal en schaalvergroting van met name enkele grote Duitse staalindustriën heeft in 1967 geresulteerd in de oprichting van een grootschalig overslagbedrijf in het nieuw ontwikkelde havengebied Europoort. Op 1 december 1970 werd het nieuwe overslagbedrijf officieel in gebruik genomen. Ertsoverslag Europoort CV (EECV) was een feit. De kernactiviteiten van EECV bestaan uit op- en overslag, weging en bemonstering van droge bulkgoederen. EECV is voor de Duitse staalindustrie de belangrijkste toeleverancier van ijzerertsen. Dit jaar rekent EECV op een aanvoer van 25,3 miljoen ton. In de afgelopen dertig jaar is er, onder meer door strengere milieunormen, het nodige veranderd. Voor EECV reden om in 1998 in samenwerking met verschillende overheidsinstanties een eigen milieuplan op te zetten. Stahl: “We hebben toen aan Kuiper&Burger gevraagd ons te begeleiden bij de vergunningaanvraag voor uitbreiding van het opslagterrein. Dat verliep tot volle tevredenheid en resulteerde in de definitieve vergunningverlening. Voor EECV reden om ook voor de WVO revisie-aanvraag en een aanvraag voor een uitbreiding van onze activiteiten met boord-boordoverslag, wederom een beroep te doen op de experts van Kuiper&Burger. Begin 2001 moeten deze aanvragen zijn omgezet in een vergunning. Met de opstelling van een BLP moet het milieuplaatje uiteindelijk worden gecompleteerd.” Naast adviseur treedt Kuiper&Burger voor EECV ook op als belangenbehartiger. “Op dit moment zijn er besprekingen gaande om te bezien of EECV ook een rol kan spelen in de overslag van kolen. Begin volgend jaar valt hierover de beslissing. “Mocht die beslissing in ons voordeel uitpakken dan zal Kuiper&Burger zeker tot gegadigden behoren om ons te voorzien van een nauwsluitende offerte”, aldus Stahl.

“Al wordt de vijfde landingsbaan niet langer dan 3800 meter plus nog eens 4000 meter extra rijbaan, het project doet qua bestuurlijke complexiteit niet onder voor een HSL- of Betuwelijn. Het is een project met rond de 400 vergunningsplichtige activiteiten. Bij eerste beoordeling een onontwarbare knoop. Want de vergunningen hebben stuk voor stuk een beroepsmogelijkheid en hangen onderling bijna allemaal op een ingewikkelde manier met elkaar samen.
Binnen de projectgroep heeft Kuiper & Burger van begin af aan helderheid in dit mega-vergunningentraject gebracht: alle aanvragen worden door hen voorbereid en afgehandeld. Na ongeveer twee jaar werken kunnen we concluderen dat deze aanpak uitstekend werkt!” Aldus Eric Linschoten, Projectmanager vijfde baan van de Luchthaven Schiphol.

Onderdeel projectteam

“Binnen het projectteam is een speciale coördinator vergunningen aangesteld die alle aanvragen voorbereidt, indient en monitort. Die coördinator is bij dit project een specialist van Kuiper & Burger die zich 3 dagen per week voor de volle 100% met deze zaken bezighoudt. Deze coördinator vergunningen is lid van het projectteam en betrokken bij alle relevante overlegsituaties. Twee jaar geleden begon Petra Nijmeijer met dit werk. Sinds enige maanden heeft Jeanine Mocking de fakkel, in verband met de zwangerschap van Petra, met succes overgenomen. Beiden hebben enorm veel tijd gestoken in, en aandacht geschonken aan het opbouwen van goede relaties met de vergunningverlenende instanties. En dat rendeert. Daarbij werken ze altijd nauw samen met de diverse projectleiders die de benodigde technische informatie aanleveren en de accounthouders van Schiphol die al jaren investeren in goede contacten met de vergunningverleners. Als onafhankelijk specialist die minstens zo veel weet als de vergunningverlener zelf, blijken Petra en Jeanine gewaardeerde overlegpartners waarmee men graag zaken doet.
Daarnaast zijn ze beiden niet alleen qua vergunningen van alle markten thuis, ook in technisch opzicht hebben ze een uitstekend inzicht. Een belangrijk pluspunt.”

Clustering aanvragen

“Voor de beheersbaarheid van de vergunningaanvragen zijn deze door Kuiper & Burger geclusterd in 10 logische groepen. De eerste zes clusters zijn inmiddels in behandeling. Voor ieder van deze clusters geldt een maximale doorlooptijd van 44 weken dankzij speciale vijfde baanwetgeving. Als nadeel heeft dit dat ook de kleine aanvragen, zoals een uitrijvergunning, met de desbetreffende cluster moet worden meegenomen en eenzelfde doorlooptijd krijgt. Dit vraagt dat er heel ver vooruit gedacht moet worden. Dat blijkt tot nu toe goed te lukken. In 2003 moet de baan operationeel zijn, maar politieke traagheid heeft ons op dit moment al op een half jaar achterstand gezet. Daarbij moet de grondverwerving van het terrein worden geregeld, moeten verschillende bestemmingsplannen worden aangepast, technische voorbereidingen worden afgerond (zoals de proeven met een nieuwe consolidatiemethode voor de drassige ondergrond) en zal er Europese aanbesteding moeten plaatsvinden. In dit complexe web van factoren kun je niet zonder specialisten als bijvoorbeeld Kuiper & Burger. Nadat alle vergunningaanvragen de deur uit zijn, zal Kuiper & Burger actief blijven voor de monitoring van de aanvragen en het opstellen van aanvullende aanvragen.”

 

Het terrein van de Reinigingsdienst Waardlanden in Gorinchem zal de komende jaren een stuk intensiever gebruikt worden. Reden voor de reinigingsdienst om het terrein uit te breiden. Kuiper & Burger ontzorgde planner en KAM-coördinator Johan Gijsen bij de aanvraag van milieuvergunningen.

Reinigingsdienst Waardlanden is de reinigingsdienst voor de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard en Zederik. In de gemeenten zamelt de dienst niet alleen afval afkomstig van huishoudens in, maar haalt ook afval bij bedrijven op.

“Op dit moment rollen we omgekeerd inzamelen uit in de gemeenten”, vertelt Gijsen. “Dat betekent dat we meer gescheiden afval aan huis ophalen bij inwoners. In het buitengebied kunnen mensen hun PMD-verpakkingsafval (plastic, metalen en drankenkartons) bijvoorbeeld kwijt in een aparte container. Dit betekent natuurlijk wel dat wij meer ritten met onze inzamelvoertuigen maken. Dat zorgt voor extra drukte op ons terrein in Gorinchem waar het afval wordt overgeslagen.”

En dat terrein wordt de komende tijd toch al een stuk intensiever gebruikt. “Voorheen reden wij het ingezamelde afval vanuit de wijk rechtstreeks naar de afvalverwerker in Dordrecht”, legt Gijsen uit. “Inmiddels hebben we met onze dienstverlener echter afgesproken dat zij het afval met LZV’s (extra lange en zware vrachtauto’s) bij ons komen ophalen in Gorinchem. Op zo’n vrachtauto passen drie in plaats van twee containers, wat natuurlijk hartstikke goed is voor het milieu. Het betekent wel dat we veel meer afval (tijdelijk) moeten kunnen opslaan, maar ook dat we nog meer transportbewegingen hebben op ons terrein in Gorinchem.”

Uitbreiden

In 2015 kocht de reinigingsdienst daarom een stuk grond aan waarmee het terrein kon worden uitgebreid. Gijsen: “Op dat moment moet je gaan nadenken over je vergunningen. Je gaat je terrein immers anders gebruiken. Wij hebben daar echter weinig kaas van gegeten. Zo’n traject doorloop je misschien eens in de tien jaar. Daar heb je dus geen mensen voor lopen. Op aanraden van contacten in de afvalbranche hebben wij daarom contact gezocht met Kuiper & Burger. Dat was een goede tip. We hadden direct een klik.

”Kuiper & Burger vroeg eerst een milieu-neutrale verandering aan voor het aangekochte stuk grond. Vervolgens ging het bureau aan de slag met de revisievergunning voor de locatie in Gorinchem, zodat Waardlanden op de toekomst is voorbereid. “Er komt van alles kijken bij zo’n vergunning: geluidsonderzoeken, stofonderzoeken. Maar bij Kuiper & Burger hebben ze ons geweldig ontzorgd”, vervolgt Gijsen. “Wij leverden input en vervolgens had je er geen omkijken naar. Bij onduidelijkheden namen ze snel contact op. Ze zitten overal bovenop. Dat heb ik als heel prettig ervaren. Wij konden ons concentreren op dat waar we goed in zijn: op een goede manier afval inzamelen.”

Orde scheppen

Gijsen waardeert ook de proactieve opstelling van het adviesbureau. “Wij hadden hier een hele boekenkast vol met paperassen met milieu-informatie staan. Toen ze dat zagen, hebben ze voorgesteld om alles in te scannen en voor ons te ordenen. Daardoor hebben we nu alle relevante milieu-informatie in een handig digitaal dossier. We kunnen er zelf snel in zoeken en zo sneller op informatieverzoeken reageren”, aldus de planner en KAM-coördinator.

Kuiper & Burger houdt verder alle relevante wet- en regelgeving voor de Reinigingsdienst Waardlanden bij en helpt bij de correspondentie met de autoriteiten. Gijsen: “Dat vind ik toch wel heel goed. Als er een brief uit moet, leest de adviseur van Kuiper & Burger met ons mee.”

Gijsen verwacht dat de revisievergunning snel rond komt. “In oktober zijn we hierover met Kuiper & Burger om de tafel gaan zitten. In april lag er een concept klaar. Eigenlijk is het dus heel snel gegaan. De samenwerking smaakt dan ook naar meer. We hebben nog wat aankopen op het oog. Goede kans dat Kuiper & Burger ons daarbij ook ondersteunt op het gebied van milieuvergunningen.”

De hele afdeling van de Business Unit Biomaterials van Corbion-Purac krijgt gedurende een half jaar te maken met twee medewerkers van Kuiper & Burger. Zij moeten de veiligheidsbeleving binnen de Unit naar een hoger niveau tillen. Zorgen vanuit het management over hoe dat zou vallen, worden echter al snel van tafel geveegd. “Dankzij de collegiale manier van Kuiper & Burger om systemen in de groep te implementeren, stond iedereen open voor opmerkingen en verbetering.”

De Business Unit (BU) Biomaterials op de site van Corbion-Purac in Gorinchem telt ongeveer zestig medewerkers. Hier worden dagelijks biomaterialen geproduceerd voor de farmaceutische en medische industrie. Voorbeelden van toepassingen zijn medicijnafgifte, maar ook botplaatjes en -schroefjes of chirurgische hechtdraden.Door de nasleep van een reorganisatie en vertrek van een aantal ervaren mensen ontstond in 2015 onderbezetting op de afdeling Environment, Health & Safety (EHS) van Corbion-Purac. Hierdoor mist de BU Biomaterials de nodige ondersteuning. Arcel Mol, die binnen de Business Unit verantwoordelijk is voor de productieafdeling, licht toe: “Een interne inspectie van EHS had een paar hiaten aan het licht gebracht binnen de Unit. Dit ging vooral om zaken van veiligheid, maar ook rond bijvoorbeeld afvalstoffen.” Het management besluit een inhaalslag te maken en grijpt het moment gelijk aan om een aantal zaken op een hoger plan te brengen. Mol: “De actielijst die voortkomt uit zo’n inspectie is een signaal dat er werk aan de winkel is. We wilden dus niet alleen de lijst aflopen: we wilden een fundamentele verandering ten aanzien van EHS-kennis en –beleving onder medewerkers én meer borging voor de toekomst.” Gezien de vrij korte tijd waarin de BU dit wil bereiken, gecombineerd met de onderbezetting op de EHS-afdeling, wordt besloten de noodzakelijke ondersteuning voor het project extern te zoeken.

Rolverdeling

Op voordacht van de afdeling EHS gaan twee adviseurs van Kuiper & Burger van eind 2015 tot halverwege 2016 aan de slag bij de BU Biomaterials. Aan hen de taak om eerst de openstaande actielijst af te ronden en aansluitend de inhoudelijke slag op het gebied van veiligheid te maken. De twee hebben een duidelijke rolverdeling, één is een ervaren, taakgeoriënteerde veiligheidsdeskundige, terwijl de ander expertise heeft op het gebied van verandermanagement en efficiënte procedures. “Ze hebben echt heel veel gedaan”, vertelt Mol, “denk aan het opzetten van noodplannen, de medeondersteuning van risico-inventarisaties en –evaluaties, het schrijven van handboeken om te borgen dat er op afdelingen veilig gewerkt wordt, het uitvoeren van inspecties en van taakrisico-analyses of de mede-organisatie van cursussen voor de opslag en omgang met gevaarlijke stoffen.”

Opstelling

Over de expertise die Kuiper & Burger inbrengt tijdens het traject is Mol zeer tevreden. Maar wat hem vooral opvalt, is de manier waarop de twee gedetacheerden draagvlak voor verandering weten te creëren onder het personeel. “Het gaat in principe om regels waar iedereen aan moet voldoen, maar de opstelling van Kuiper & Burger naar de mensen viel daarbij op. Ze brachten nieuwe systemen en veranderingen op een zeer prettige manier in de groep, waardoor iedereen er open voor stond en medewerking wilde verlenen. Zo hebben ze de veiligheidsbeleving op alle niveaus naar een hoger plan gekregen.”

Blij met de borgingsaspecten

Het project wordt uiteindelijk binnen de tijd én binnen budget afgerond. “Ook niet verkeerd natuurlijk”, merkt Mol op. “Maar qua resultaat ben ik vooral blij met de borgingsaspecten die ze in de organisatie hebben gezet. EHS is een vast punt op vergaderingen, bij procedures is standaard oog voor veiligheidsaspecten, het werkvergunningssysteem is toegespitst op onze specifieke situatie waardoor dit beter wordt opgevolgd en noem maar op. Dankzij deze aspecten kunnen we niet snel terugvallen.”

In de Vulcaanhaven aan de noordkant van de Nieuwe Maas wordt op de terminal van Rotterdam Bulk Terminal (R.B.T.) B.V. dagelijks divers stuk- en bulkgoed op- en overgeslagen. Toen de oude omgevingsvergunning toe was aan een revisie, besloot directeur Carola Broers-Keuning dat dit ook hét moment was om nieuwe activiteiten onder de vergunning te brengen.

De RBT-terminal is met een recht een multi-purpose bulk terminal. De lay-out van de terminal, in combinatie met het type brugkraan, maakt het technisch mogelijk om een grote verscheidenheid aan bulkproducten te behandelen. De focus ligt op het behandelen en opslaan van bulkproducten, met name kolen, droge mineralen, agri- en biomassa. Wat er op de terminal kan worden behandeld, hangt echter ook samen met wat vergund is in de omgevingsvergunning.

De terminal opereert al jaren onder een vergunning die stamt uit 1994, nog uit de tijd van de vorige eigenaar van de terminal. “De DCMR wees ons er op dat die situatie niet langer voort kon duren”, vertelt managing director van de RBT Carola Broers-Keuning. “De vergunning moest gereviseerd worden. Op dat moment hebben we besloten dat als we toch aan die klus gingen beginnen, we ook nieuwe activiteiten onder de vergunning wilden brengen. Voor een kantoor met vier fte, is dat onbegonnen werk. Het ontbreekt hier aan specialistische kennis. Daarom schakelden we Kuiper en Burger in.”

Prettige samenwerking

Concreet vroeg Broers-Keuning Kuiper en Burger RBT te begeleiden in het complete vergunningstraject. “Wij hebben aangegeven welke producten we in de toekomst eventueel voor klanten zouden willen behandelen, om hoeveel ton dat zou gaan en hoeveel schepen we denken te ontvangen op de terminal.

Ook deelden we allerlei informatie, zoals het water- en energiegebruik. Maar verder hebben ze ons volledig ontzorgd”, vertelt Broers-Keuning. “Daarbij was het prettig dat Kuiper en Burger beschikt over een goed netwerk. Zij weten wie er bodemonderzoek kan verrichten, of een geluidsonderzoek. Doordat ze met bij hen goed bekende partijen werken, loopt de communicatie soepel. ”Broers-Keuning heeft zelf ook goede ervaringen met de manier waarop de communicatie tussen RBT en Kuiper en Burger verliep. “Mijn baan is druk en ik ben niet altijd even goed bereikbaar”, bekent ze. “Daarom loopt veel communicatie over de mail. Kuiper en Burger past zich daarin goed aan.”

Advies

Inhoudelijk is Broers-Keuning vooral tevreden over de manier waarop Kuiper en Burger met haar bedrijf meedacht. “Wij hadden op basis van onze kennis over de markt en de richting waarin die zich ontwikkelt goed in ons hoofd welke nieuwe activiteiten we onder de vergunning wilden brengen”, vertelt ze.
“Maar bij Kuiper en Burger kunnen ze inschatten wat bepaalde activiteiten onder vergunning brengen concreet zou betekenen voor het vergunningstraject.
Ze kunnen je dan adviseren hoe dit aan te pakken.” Ook is ze te spreken over de manier waarop het advies en ingenieursbureau structureel de eigen diensten met de klant evalueert. “Kuiper en Burger doet voor ons meer dan alleen de begeleiding bij de aanvraag van een nieuwe vergunning. Ze volgen voor ons bijvoorbeeld ook milieu aanvragen in de omgeving en houden relevante wetswijzigingen voor ons bij. Onlangs hebben we met hen de samenwerking geëvalueerd. Dat heb ik als prettig ervaren. ”Tijdens het vergunningstraject stuurde Kuiper en Burger namens RBT al verschillende conceptaanvragen naar de DMCR voor feedback. Nu de definitieve aanvraag de deur uit is, is het de vraag of dit ook betekent dat snel groen licht wordt gegeven door het bevoegd gezag. “Wanneer we daadwerkelijk kunnen beginnen met nieuwe op- en overslagactiviteiten is dus nog even afwachten”, aldus de directeur.

Toen afval- en energiebedrijf AVR revisievergunningen moest aanvragen voor zijn locaties in Duiven en Rozenburg, besloot het Kuiper & Burger in te schakelen voor de nodige begeleiding.

“Zelf zijn we redelijk ingevoerd in de materie, maar zij weten zoveel meer. Inmiddels zijn ze bijna een soort huisadviseur.”

Op de locaties in Duiven en Rozenburg verwerkt AVR in haar afvalenergiecentrales diverse soorten restafval. Dit afval wordt omgezet in energie, maar ook in grondstoffen. Zo worden metalen teruggewonnen uit de bodemas die overblijft na het verbrandingsproces en ook de bodemas zelf probeert het bedrijf zo hoogwaardig mogelijk af te zetten als grondstof. Vanaf zomer 2019 wordt in Duiven bovendien CO2 afgevangen. Dit gas wordt opgewerkt zodat het kan worden toegepast in kassen. In Rozenburg wordt de haalbaarheid van een afvangsysteem voor het broeikasgas inmiddels ook onderzocht. Er moet een businesscase zijn, maar daarnaast moet ook duidelijk worden of deze activiteit in Rozenburg vergund kan worden. Daarvoor verzorgt Kuiper & Burger de vergunningsaanvraag. Voor AVR is Kuiper & Burger inmiddels een logische partner voor een dergelijke opdracht. Na een kleine opdracht in 2017, begeleidt het bureau AVR sinds 2018 namelijk ook al bij de aanvraag van revisievergunningen voor Duiven en Rozenburg.

Ervaren partner

“Het aanvragen van een revisievergunning is een ingewikkeld proces”, vertelt Rolf Hetterschijt, manager SHEQ en Laboratory bij AVR. “Bovendien doe je dat misschien één keer in de 10 à15 jaar. Er gaat een hoop tijd en geld in zitten en het moet goed gebeuren. Daarom hebben we ervoor gekozen om Kuiper & Burger in de arm te nemen. We merken in alles dat ze bij veel bedrijven vergunningaanvragen begeleiden. Zelf zijn we redelijk ingevoerd, maar zij weten zoveel meer.” Volgens Hetterschijt weet het bureau precies hoe ze zaken moeten opschrijven en presenteren. “Ze kennen de indieningsvereisten en weten dus precies welke informatie er op tafel moet komen. Als je informatie moet aanleveren over emissies naar lucht of water, weten zijn precies hoe diepgaand die informatie moet zijn. Ook weten ze precies wat de overheid van je mag eisen en wat niet. Dat voorkomt dat een overheidsadviseur je het hemd van het lijf vraagt, terwijl daar helemaal geen wettelijke grondslag voor is. Verder toetsen ze de consistentie van de aanvraag. Als je in een geluidsmodel invoert dat er een x-aantal vrachtauto’s op het terrein rijdt, moet dat in andere modellen die je toevoegt ook terugkomen.”

Laagdrempelig

Wat Hetterschijt in het bijzonder aanspreekt aan de samenwerking met Kuiper & Burger, is de laagdrempeligheid van het contact met de mensen van het bureau. “Rond zo’n revisievergunningsaanvraag heb je veel contact met elkaar, dan het is belangrijk dat dat soepel verloopt”, zegt de manager van AVR. “Zelf heb ik het gevoel dat ik Marco van de Pavoordt van Kuiper & Burger bij wijze van spreken bij nacht en ontij nog kan bellen met een technisch inhoudelijke en gedetailleerde vraag. En dan weet hij ook nog precies waar ik het over heb en hoe we ermee verder moeten. Dat vind ik heel knap. Mijn ervaring is dat grotere bureaus op dat punt toch slechter scoren. Daar kom je al snel uit bij de projectmanager die je aanspreekpunt is, maar die voor het antwoord te raden moet gaan bij zijn specialist.”

Inzicht in consequenties

Een ander nadeel van grotere bureaus vindt Hetterschijt dat ze vaak zeggen dat ze eerst een document willen hebben waarin al de basisinformatie en basiskeuzes voor een project staan. “Voor ons werkt dat niet”, zegt hij. “Pas als de milieueffectstudies op tafel liggen krijg je inzicht in de effecten van bepaalde keuzes. Soms wil je een onderdeel van je plan schrappen, bijvoorbeeld omdat er een flinke investering nodig is om dat onderdeel vergund te krijgen. Kuiper & Burger denkt daarin mee.”

Huisadviseur

Al met al is AVR tevreden met de samenwerking. “Toen we eind 2018 een tijdelijke vervanger voor onze SHEQ-coördinator in Duiven nodig hadden, kon Kuiper & Burger ons iemand uitlenen. Het grote voordeel daarvan is toch dat zo iemand ons bedrijf, de processen en de mensen al kent. In die zin is Kuiper & Burger haast onze huisadviseur geworden”, besluit Hetterschijt. De vergunningaanvraag voor Rozenburg hoopt AVR in de eerste helft van 2019 in te dienen. Die voor Duiven in de zomer van 2019.

“Niet meer dan een logische stap”

Een project met een grote tijdsdruk. Dat was de bouwvergunningsaanvraag voor uitbreiding van de kolenterminal van Ertsoverslag Europoort CV (EECV) in de Rotterdamse Haven. Niet alleen werd de tijdsplanning gehaald, ook bleef het project keurig binnen het beschikbare budget. “De professionele ervaring van Kuiper & Burger was een echte meerwaarde.”

Toen EECV in 2011 besloot om de bestaande kolenterminal uit te breiden, stond een ding als een paal boven water: eind 2011 moest de bouwvergunning rond zijn. “We moesten begin 2012 met de eerste bouwactiviteiten kunnen beginnen. In maart start namelijk het broedseizoen van de vogels en zetten we een gedeelte van ons terrein af voor de vogels. Vóór die tijd moest een bepaald gedeelte van de bouw al af zijn, wilden we in januari 2013 de terminal in bedrijf kunnen nemen”, licht dhr. Dipl.-Ing. Thomas Heyer, algemeen directeur van EECV, toe.

Groen licht

IJzererts en kolen, dat zijn de twee voornaamste stromen die EECV nu in de Rotterdamse haven ontvangt. Dat was niet altijd zo. Vanaf het ontstaan van het bedrijf in 1970 is voornamelijk ijzererts verwerkt, jaarlijks zo’n 24 miljoen ton. Pas in 2004 werd een kolenterminal in bedrijf genomen met een capaciteit van 4,5 miljoen ton. Heyer legt uit waarom die terminal er kwam. “In Duitsland sloten een aantal kolenmijnen, waardoor de import van kolen zou stijgen en er dus op- en overslagcapaciteit nodig werd. Maar we kwamen er al snel achter dat 4,5 miljoen ton opslagcapaciteit niet voldoende was. Schepen die hun kolen best bij ons wilden lossen, moesten uitwijken naar terminals van concurrenten.” Daarop ontstond in 2009 het plan voor uitbreiding van de terminal en werd zelfs al de milieuvergunning aangevraagd. Maar de Duitse aandeelhouders van EECV, ThyssenKrupp Steel Europe AG en Hüttenwerke Krupp Mannesmann GmbH, besloten de investering van 26 miljoen euro even uit te stellen. In 2011 kwam alsnog het groene licht, de opslagterminal voor kolen zou worden uitgebreid naar 7 miljoen ton.

Een goede adviseur

Voor de ontwikkeling van de kolenterminal in 2004 had EECV een aannemer ingeschakeld, die het traject van begin tot einde begeleidde. Om kosten te besparen, besloot het bedrijf ditmaal de touwtjes zelf in handen te houden. Voor de aanvraag van de bouwvergunning, de eerste van het bedrijf onder de nieuwe wet Wabo, wendde het zich tot ingenieursbureau Kuiper & Burger. Een niet meer dan logische stap, vindt Heyer. “Al jaren werken we samen met Kuiper & Burger en in alle milieutechnische vraagstukken zijn zij een goede adviseur gebleken. Zij hebben destijds bijvoorbeeld ook geholpen bij de aanvraag voor de milieuvergunning van de kolenterminal.” De vraag aan Kuiper & Burger was om de gesprekken met de vergunningverlener te voeren, de vergunningaanvraag uit te werken en de contacten met andere instanties te leggen. Met de nodige inspanningen lukte het om de vergunning voor de kerst van 2012 binnen te krijgen. Deze maand zal EECV de terminal officieel in bedrijf nemen. Heyer is tevreden. “De professionele ervaring van Kuiper & Burger en de manier waarop met de verschillende betrokken instanties is omgegaan, was een echte meerwaarde. Wij zijn nu bezig om een nieuwe Wet milieu revisievergunning van ons hele bedrijf aan te vragen. Kuiper & Burger hebben we daar al weer voor ingeschakeld.”

Al wordt de vijfde landingsbaan niet langer dan 3800 meter plus nog eens 4000 meter extra rijbaan, het project doet qua bestuurlijke complexiteit niet onder voor een HSL- of Betuwelijn. Het is een project met rond de 400 vergunning plichtige activiteiten. Bij eerste beoordeling een onontwarbare knoop. Want de vergunningen hebben stuk voor stuk een beroepsmogelijkheid en hangen onderling bijna allemaal op een ingewikkelde manier met elkaar samen.

Binnen de projectgroep heeft Kuiper & Burger van begin af aan helderheid in dit mega-vergunningentraject gebracht: alle aanvragen worden door hen voorbereid en afgehandeld. Na ongeveer twee jaar werken kunnen we concluderen dat deze aanpak uitstekend werkt!” Aldus Eric Linschoten, Projectmanager vijfde baan van de Luchthaven Schiphol.

Onderdeel projectteam

“Binnen het projectteam is een speciale coördinator vergunningen aangesteld die alle aanvragen voorbereidt, indient en monitort. Die coördinator is bij dit project een specialist van Kuiper & Burger die zich 3 dagen per week voor de volle 100% met deze zaken bezighoudt. Deze coördinator vergunningen is lid van het projectteam en betrokken bij alle relevante overlegsituaties. Twee jaar geleden begon Petra Nijmeijer met dit werk. Sinds enige maanden heeft Jeanine Mocking de fakkel, in verband met de zwangerschap van Petra, met succes overgenomen. Beiden hebben enorm veel tijd gestoken in, en aandacht geschonken aan het opbouwen van goede relaties met de vergunningverlenende instanties. En dat rendeert. Daarbij werken ze altijd nauw samen met de diverse projectleiders die de benodigde technische informatie aanleveren en de accounthouders van Schiphol die al jaren investeren in goede contacten met de vergunningverleners. Als onafhankelijk specialist die minstens zo veel weet als de vergunningverlener zelf, blijken Petra en Jeanine gewaardeerde overlegpartners waarmee men graag zaken doet.
Daarnaast zijn ze beiden niet alleen qua vergunningen van alle markten thuis, ook in technisch opzicht hebben ze een uitstekend inzicht. Een belangrijk pluspunt.”

Clustering aanvragen

“Voor de beheersbaarheid van de vergunningaanvragen zijn deze door Kuiper & Burger geclusterd in 10 logische groepen. De eerste zes clusters zijn inmiddels in behandeling. Voor ieder van deze clusters geldt een maximale doorlooptijd van 44 weken dankzij speciale vijfde baanwetgeving. Als nadeel heeft dit dat ook de kleine aanvragen, zoals een uitrijvergunning, met de desbetreffende cluster moet worden meegenomen en eenzelfde doorlooptijd krijgt. Dit vraagt dat er heel ver vooruit gedacht moet worden. Dat blijkt tot nu toe goed te lukken. In 2003 moet de baan operationeel zijn, maar politieke traagheid heeft ons op dit moment al op een half jaar achterstand gezet. Daarbij moet de grondverwerving van het terrein worden geregeld, moeten verschillende bestemmingsplannen worden aangepast, technische voorbereidingen worden afgerond (zoals de proeven met een nieuwe consolidatiemethode voor de drassige ondergrond) en zal er Europese aanbesteding moeten plaatsvinden. In dit complexe web van factoren kun je niet zonder specialisten als bijvoorbeeld Kuiper & Burger. Nadat alle vergunningaanvragen de deur uit zijn, zal Kuiper & Burger actief blijven voor de monitoring van de aanvragen en het opstellen van aanvullende aanvragen.”

Onlangs is HVC begonnen met het op kleine schaal afvangen van CO2 uit de rookgassen van haar bio-energiecentrale in Alkmaar voor toepassing in de glastuinbouw. Als huisadviseur stond Kuiper & Burger het afval- en energiebedrijf bij tijdens het vergunningstraject voor de pilot-plant.

“Het afvangen van CO2 uit rookgassen is nieuw voor ons, dan is een goede adviseur heel belangrijk.”

HVC wil een bijdrage leveren aan een duurzamere glastuinbouw en ondertekende daarom in 2014 de Green Deal CO2-voorziening Glastuinbouw Noord-Holland. Het publieke afval- en energiebedrijf vangt CO2 af, zodat het gebruikt kan worden door glastuinders die zo minder gas hoeven te verstoken. Omdat deze techniek relatief nieuw is en er nog de nodige haken en ogen aan zitten, nam HVC onlangs eerst een pilot-installatie in gebruik.

Afvangen

“In Nederland komt bij de verbranding van afval jaarlijks 8 Mton CO2 vrij”, vertelt manager business-ontwikkeling Jan-Peter Born van HVC. “HVC, maar ook andere afvalbedrijven zoals AVR en AEB, onderzoeken of zij dit broeikasgas niet kunnen afvangen om het bruikbaar te maken voor glastuinders. Als een glastuinder de hoeveelheid CO2 in zijn kas verdubbelt, kan een tomaat tot 30 procent harder groeien. Hiervoor verbranden tuinders nu echter nog gas. In de zomer zetten ze hiervoor een gasmotor aan. De warmte koelen ze weg. Eigenlijk is het ongelooflijk dat dit anno 2019 nog gebeurt.” De rookgassen van de bio-energiecentrale van HVC bestaan voor 12 procent uit CO2. Met de nieuwe demo-installatie wordt dit broeikasgas geïsoleerd, zodat er een 100 procent concentratie CO2-gas ontstaat. “Met een oplosmiddel wassen we als het ware het gas uit de rookgassen”, vertelt Born. “We produceren ongeveer een halve ton per uur. In een jaar komt dat neer op 4.000 ton CO2. Omdat we geen pijpleiding hebben naar kassen, maken we het gas vloeibaar om het transporteerbaar te maken. Met een vervloeier kunnen we het vervolgens in de kas van een tuinder brengen.”

Milieuvergunning

Om het afvangen van CO2 vergund te krijgen, deed Born een beroep op Kuiper & Burger. “Het bureau is zo’n beetje onze huisleverancier bij dit soort processen”, legt Born uit. “Ze kennen onze mensen en zijn op de hoogte van onze installaties en andere vergunningen. Dat helpt enorm in het proces. Aan het begin van het traject komen ze met een uitgebreid spreadsheet waarin ze heel gestructureerd een hele berg informatie uitvragen. Als je dat doorloopt, denk je wel: waar is dit allemaal voor nodig? Maar uiteindelijk winnen ze zo enorm veel tijd. Als er nog aanvullende informatie nodig is terwijl de vergunningaanvraag al loopt, loopt het vergunningstraject namelijk makkelijk uit.” De aanvraag voor de milieuvergunning verliep niet geheel zonder slag of stoot. “Om de nieuwe activiteit snel vergund te krijgen, hadden we ingezet op een milieuneutrale aanvraag”, vertelt Born. “De Omgevingsdienst ging daar echter niet mee akkoord. Voor de opslag van het afgevangen CO2 gebruiken we namelijk een cryogene tank. Dat is een nieuwe activiteit voor HVC en dat betekent dat je een uitgebreide procedure moet doorlopen. We hebben daar een tijd over gesteggeld. Op aanraden van Kuiper & Burger hebben we er uiteindelijk voor gekozen om de aanvraag op te splitsen in twee delen. Zo konden we alvast gaan bouwen aan de afvanginstallatie die wel eenvoudig werd vergund. Doordat Kuiper & Burger op enige afstand stonden, konden ze een verstandigere beslissing nemen. Op zo’n moment hebben ze meer feeling met wat objectief rechtvaardig is dan HVC.

Opschalen

Inmiddels zijn de afvanginstallatie en vervloeiingsinstallatie operationeel. Toch spreekt Born nog van een spannende tijd. “We weten dat er bij ons afvangproces oplosmiddel verdampt en dat vindt zijn weg naar buiten met de rookgassen”, legt de manager van HVC uit. “Wat daarvan het effect is, weten we nog niet precies. Het kan zijn dat het gebruik van ons middel schadelijk is voor het milieu. Daarom hebben we aan onderzoeksinstituut ECN gevraagd een meetprogramma uit te voeren om te kijken wat er precies verdampt. Dit was ook een onderdeel van onze vergunningsaanvraag. Daar is dit project ook een pilot voor. Verder is HVC van mening dat het CO2 dat wij afvangen na ons proces volgens de wet geen afvalstof meer is. Het bevoegd gezag hebben we hiervan op de hoogte gesteld. Als ze dit niet met ons eens zijn, horen we graag hun argumenten. In dat geval is er mogelijk wel een probleem, want dan kunnen we het CO2 niet zomaar aan een tuinder leveren.”   Blijkt de pilot-installatie een succes, dan wil HVC de CO2-afvang snel opschalen. Born: “Het uiteindelijke doel is om 125.000 ton CO2 per jaar af te vangen. De voorbereidingen voor een nieuwe vergunning staan hiervoor al in de steigers. Na de zomer willen we met Kuiper & Burger een aanvraag indienen. De mer-mededelingsnotitie voor de grotere installatie is onlangs al ingediend.”

Berichtnavigatie