“Masterstudenten snel vertrouwd met intuïtieve TR2 Tripod-software”

Wat is de meest effectieve manier om studenten kennis te laten maken met incidenten- en ongevallenanalyse? Door cases uit de praktijk te bespreken. En door risicoanalyses te laten uitvoeren met de TR2 Tripod Beta-software van Kuiper & Burger. “De masterstudenten raakten snel vertrouwd met de intuïtieve software”, zegt Tomasz Ewertowski van de Technische Universiteit van Poznan.

“Van bekende ongevallen of incidenten maak ik casestudies die studenten in kleine groepen moeten analyseren. Dat begint bij het opbouwen van een keten van gebeurtenissen. Om vervolgens de oorzaken te bepalen en ze toe te wijzen aan verschillende basis risicofactoren. Ook moeten ze preventievemaatregelen en de effectiviteit daarvan in kaart brengen. Tot slot moeten ze corrigerende maatregelen voorbereiden om het risico te verminderen en herhaling te voorkomen. Jullie software lijkt me zeer geschikt voor mijn lessen.” Met die boodschap nam Tomasz Ewertowski contact op met Kuiper & Burger.

Ontwikkeling stimuleren

Ewertowski deed eerder zelf veel onderzoek naar ongevallen en incidenten, met name in de luchtvaart en de OSH-branche. Sinds 2017 is hij docent aan de Technische Universiteit van Poznan en geeft hij bij het Instituut voor Veiligheid en Kwaliteit les aan masterstudenten. Hij wil niet alleen zijn kennis delen, maar zijn studenten nu ook vertrouwd maken met de TR2 Tripod-software. De 30 masterstudenten per semester kunnen nu ervaring opdoen met de software. Iets dat past bij de ambitie van Kuiper & Burger om jonge mensen te stimuleren met hun ontwikkeling.

“Studenten ontvingen scenario’s van incidenten of ongevallen die ze met behulp van de TR2-software moesten uitwerken. Daarbij bleek het deel BOWTIE voor het beheersen van veiligheid eenvoudiger voor de masterstudenten, dan de incidentanalyse met het TRIPOD-deel. Dit had meer te maken met het begrijpen van de tools en het trekken van conclusies, dan met de software zelf. Het duurde niet lang om studenten vertrouwd te maken met het programma. En al na één kennismakingsles konden ze beginnen met oefenen.”

Meerwaarde

Voor de studenten waren in korte tijd veel stappen te zetten. Van de gebeurtenissen bepalen tot en met het prioriteren van corrigerende maatregelen, die uiteindelijk in een actieplan uitmonden. “Helaas was er geen tijd meer om meer ervaring met de software op te doen. Dat gaan we in volgende semesters steeds beter doen. De tool is simpelweg interessant en veelbelovend. En studenten krijgen meerwaarde voor bedrijven als Kuiper & Burger als ze de arbeidsmarkt op gaan.”

“Partner bij het waarmaken van onze klimaatambitie”

Alco Energy Rotterdam (AER) heeft geen tijd te verliezen bij het waarmaken van haar ambitie om als eerste Europese bio-ethanolproducent volledig klimaatneutraal te opereren. “Met de hulp van Kuiper & Burger kunnen we vergunningaanvragen op tijd op de bureaus van het bevoegd gezag krijgen”, zegt HSEQ-manager Eric Kok.

AER, het resultaat van een samenwerking tussen hoofdaandeelhouder Alcogroup en Vanden Avenne Commodities, is de grootste bio-raffinaderij van Europa. Sinds 2010 produceert het bedrijf in de Rotterdamse haven ethanol, maar ook bijproducten als veevoeder, groene CO2 voor de kassen in het Westland en elektriciteit. De ambitie van AER is om de eerste bio-ethanolproducent te zijn die volledig klimaatneutraal gaat werken.
“We streven ernaar tegen 2030 volledig klimaatneutraal te zijn”, vertelt Eric Kok, sinds 2021 HSEQ-manager bij AER. Hij is er onder andere verantwoordelijk voor dat het bedrijf voldoet aan de eisen die de wet stelt op het vlak van arbeidsomstandigheden, kwaliteit en milieu. “Om ons doel voor 2030 te halen, moet er nog heel wat gebeuren en daarvoor hebben we vergunningen nodig. Kuiper & Burger helpt ons alles op tijd goed op papier te krijgen.”

Vergunningenspaghetti

Alle benodigde vergunningen voor een klimaatneutraal AER in orde krijgen, vraagt veel. “We hebben zo’n twintig vergunningen voor onze activiteiten en die moeten allemaal op elkaar aansluiten”, vertelt Kok. “Alles is belangrijk: bodem, geluid, natuur, archeologie, stikstof, vervoersbewegingen, energieverbruik, bouwvergunningen. Dan helpt het enorm als je zoals wij al jaren (sinds 2017) met een partner als Kuiper & Burger werkt, die weet wat je doet en hoe al die vergunningen met elkaar samenhangen. Zij schrijven voor ons teksten voor vergunningaanvragen, regelen metingen en bijvoorbeeld natuurstudies en zorgen ervoor dat de informatie die daar uitkomt geïntegreerd wordt in aanvragen.”
Kok prijst het bureau voor de goede contacten met bijvoorbeeld de milieudienst DCMR en Rijkswaterstaat. “Bij het rondkrijgen van vergunningen zijn goede contacten bij de overheid van groot belang”, zegt hij. “Bij Kuiper & Burger weten ze wat er aan de andere kant van de tafel verwacht wordt. Tegelijkertijd zijn ze goed ingevoerd in ons bedrijf, mede doordat er twee vaste mensen op ons bedrijf zitten. Die leggen verbanden en begrijpen wat voor ons belangrijk is. Met hen hebben we eigenlijk wekelijks contact over de voortgang op projecten.”

‘Speciaaltjes’

Naast het wekelijkse contact is Kok ook te spreken over de dienstverlening die zich minder makkelijk laat plannen. “Als er een keer iets tegenzit in een proces, zetten ze graag een stapje extra om problemen voor ons op te lossen”, prijst de HSEQ-manager de klantgerichte, flexibele dienstverlening. “Ook als er eens een milieurisicoanalyse geregeld moet worden, iets wat misschien eens in de vijf à tien jaar voorkomt, wordt dat soepel opgepakt. Als ze iets zelf niet kunnen, weten ze altijd wel weer een partij die wel kan helpen. Met de ‘speciaaltjes’ weten ze raad, dankzij hun uitgebreide netwerk.”
Zouden ze bij AER het werk van Kuiper & Burger ook zelf kunnen uitvoeren? Kok: “In theorie zou het kunnen. Dan moet je zorgen dat je al die expertise die zij hebben zelf in huis haalt. Maar waarom zou je het allemaal zelf willen doen? De kracht van Kuiper & Burger is natuurlijk dat ze meerdere bedrijven tegelijk helpen en zo brede ervaring hebben in vergunningsprocessen. Al die bedrijven kunnen daarvan profiteren.”

In Zeeuws-Vlaanderen verrijst de allereerste installatie van duurzame eiwitproducent Enough. Voor de benodigde vergunningen wilde het bedrijf volledig ontzorgd worden. En ook snel, want de ambities van Enough reiken ver. Een zakelijke relatie bracht de onderneming in contact met ingenieursbureau Kuiper & Burger.

2022 wordt een spannend jaar voor de Schotse onderneming Enough. In het najaar moet de eerste fabriek van het bedrijf op het Cargill-terrein in Sas van Gent operationeel zijn. Enough wil er jaarlijks 10 kton mycoproteïnes gaan produceren. Deze duurzame eiwitten, gemaakt uit schimmels, vormen de basis voor vlees- en visvervangers, en alternatieve zeevruchten en zuivelproducten. Projectdirector Darius Blaszyk legt uit wat er zo bijzonder is aan de fabriek. “Het industriële fermentatieproces om mycoproteïnes te produceren, is op zich niet nieuw. Dat is zo’n veertig jaar geleden al ontwikkeld. Maar Enough heeft dat proces weten te optimaliseren. Niet alleen kunnen wij de eiwitten met veel meer efficiëntie produceren, maar ook gebruiken wij hele kleine hoeveelheden energie en water. Zo dragen wij ons steentje bij aan de nationale en internationale duurzaamheidsdoelstellingen.”

Blaszyk ging ruim twee jaar geleden bij Enough aan de slag, en is verantwoordelijk voor alle projecten die het bedrijf realiseert. Toen hij begon, was advies- en ingenieursbureau Kuiper & Burger al betrokken bij het realiseren van de nieuwe productielijn. “Zij waren aan ons geïntroduceerd door een zakelijke relatie, die goede ervaringen met het bureau had.” Enough had Kuiper & Burger aanvankelijk gevraagd om te helpen bij het aanvragen van een omgevingsvergunning, milieuvergunning en bouwvergunning voor een installatie in Rotterdam. “Die samenwerking verliep zo goed en soepel, dat toen wij vorig jaar besloten om de fabriek toch niet in Rotterdam, maar in Sas van Gent te bouwen, we ervoor kozen om met hen verder te gaan”, vertelt Blaszyk.

Tijdsdruk

Bij de begeleiding van een vergunningentraject komt behoorlijk wat kijken. Zeker wanneer het gaat om een greenfield project, zoals de installatie van Enough. Denk bijvoorbeeld aan het maken van berekeningen, het opstellen van alle benodigde rapportages, en de communicatie naar de vergunningverlener toe. Bij dit traject was bovendien sprake van hoge tijdsdruk. Blaszyk: “Wij zijn nogal ambitieus in onze aanpak, zou ik kunnen zeggen, dus er zat een hele strakke deadline op. Daarbij kregen we Europese subsidie, waarvoor ook allerlei deadlines gelden. Kuiper & Burger heeft onder die druk heel goed geopereerd en ons geholpen om alles op tijd in te leveren.”

Ondanks de inspanningen traden er in de zomer van 2021 vertragingen op bij de overheid in het behandelen van de vergunning van Enough. Aan Kuiper & Burger de taak om weer vaart in het traject te krijgen. “Dat is heel professioneel opgepakt. We hebben de koppen bij elkaar gestoken, ook met de overheid, om tot een werkbare oplossing te komen die ons in staat stelde onze deadlines te halen. Daarin heeft Kuiper & Burger heel adequaat gehandeld”, vindt Blaszyk.

Reactiesnelheid

Onder invloed van de coronapandemie zag de samenwerking tussen Enough en het adviesbureau er anders uit dan normaal en is er vooral veel telefonisch contact geweest. Die lijnen waren heel direct, vindt Blaszyk. Wat hem daarvan ook bijstaat, is de reactiesnelheid. “Ons contact was soms heel ad hoc. Dan kregen we acuut een vraag en moesten we aan de bel trekken bij Kuiper & Burger. Meestal kregen we nog dezelfde dag, of de dag erop antwoord. Ze stonden dus eigenlijk voortdurend stand-by voor ons.”

In december 2021 zijn de vergunningen voor de eerste productielijn van Enough afgegeven en de bouwwerkzaamheden zijn ondertussen in volle gang. Toch kijkt Enough al verder. “De bedoeling is om de capaciteit uit te breiden naar vijf lijnen”, vertelt Blaszyk. Voor de vergunningaanvraag van die uitbreiding, heeft de onderneming al weer contact gelegd met Kuiper & Burger. De projectdirector legt uit waarom. “Kuiper & Burger heeft ons in de afgelopen tijd volledig ontzorgd en dat is het allerbelangrijkste voor een bedrijf als Enough. Wij zijn een Schots bedrijf dat gevestigd is in Nederland en dat maakt het best lastig om de complexiteit van de wet- en regelgeving in Nederland te doorzien. Om zo’n vergunningentraject soepel te laten verlopen, is de support van een bedrijf als Kuiper & Burger gewoon cruciaal. Dat is althans hoe wij dat zien.”

 

 

 

“Partner waarop we kunnen bouwen extra van belang bij werk onder tijdsdruk”

Als Johma medio 2021 partner Bouwteam P&O vraagt de bouw te organiseren van een nieuw magazijn op de productielocatie in Losser, weet projectleider Colin van Leijden direct wie ze inhuren om te helpen bij het verkrijgen van de benodigde vergunningen. “Kuiper & Burger is een betrouwbare partner, juist ook als er wordt gewerkt onder grote tijdsdruk.”

Voor Johma organiseert Bouwteam P&O al jaren het onderhoud van gebouwen en gebouwgebonden installaties. Daarvoor werkt het bouwmanagementbureau met vaste contractpartijen. Meldt Johma dat er een kraan lekt, dan regelt Bouwteam P&O dat er binnen de afgesproken responsetijd een loodgieter langskomt. Daarnaast organiseert het bedrijf verbouwingen en nieuwbouwprojecten voor de Twentse saladebereider. Bij twee nieuwbouwprojecten nam projectleider Colin van Leijden Kuiper & Burger in de arm om de benodigde vergunningen op tijd in orde te krijgen.

Vaart maken

“In juli 2021 vroeg Johma ons om een nieuw magazijn te bouwen voor zowel inkomende als uitgaande stromen op de productielocatie in Losser”, vertelt Van Leijden. “Daarnaast moest er een compleet nieuwe productieruimte, een keuken, worden gerealiseerd. Parallel daaraan werkten we aan een interne verbouwing voor een betere organisatie van interne stromen op de locatie. Onze opdracht was om vooral vaart te maken. Dat betekende dat we onder andere de vergunningen snel rond moesten krijgen.”

Met dat bijltje had Bouwteam P&O eerder gehakt: in 2017 organiseerde het bedrijf ook al onder flinke tijdsdruk de nieuwbouw van een magazijn voor Johma. “Destijds raadde de architect waarmee wij werkten Kuiper & Burger aan. Hij had daar goede ervaringen mee bij wat kleinere woningbouwprojecten”, zegt Van Leijden. “Toen we ze belden bleek dat ze de opdracht aankonden en snel voor ons aan de slag konden. Wat ons direct positief opviel, was dat ondanks de tijdsdruk de informatie die Kuiper & Burger aanleverde altijd volledig en accuraat was. Dat is wat je wil als je zelf nog met heel veel andere zaken bezig bent. Afgelopen jaar wisten we dus wel wie we moesten bellen toen we hoorden dat we wederom op relatief korte termijn een magazijn moesten bouwen.”

Snel schakelen

De bouw van het nieuwe magazijn en de keuken bleek allesbehalve een standaardproject. “De nieuwbouw was nog niet volledig ontworpen toen de eerste stukken al naar de gemeente gingen”, legt Van Leijden uit. “Dat vraagt van alle betrokkenen een flexibele opstelling, zeker ook van de gemeente. Gelukkig werkte iedereen goed mee. Wat prettig was in deze hectische periode die precies samenviel met de bouwvak, was dat Kuiper & Burger ook aan het eind van de dag en begin van de avond bereikbaar was voor ons. Ze pakten zaken snel op. Dat snelle schakelen was erg belangrijk voor het slagen van het project.”

Kuiper & Burger maakte onder andere het verschil bij de aanvraag van de Omgevingsvergunning. “Als je kijkt naar hoeveel mensen er in totaal op de uitgebreide productielocatie gingen werken, dan zou je kunnen concluderen dat dat tot een te hoge verkeersdruk zou kunnen leiden”, zegt Van Leijden. “Uiteindelijk zijn we met Kuiper & Burger en Johma echter tot een alternatieve berekening gekomen: er wordt namelijk in shifts gewerkt, waardoor de werkelijke verkeersdruk meevalt. Dat was acceptabel voor de gemeente.”

Vertrouwen

Van Leijden noemt het een geweldige teamprestatie dat het project voor Johma uiteindelijk eind januari 2022 kon worden afgerond. “Als projectleider was ik zelf vooral bezig met inkopen van materialen, zorgen dat alles er op tijd is”, legt hij uit. “Dan is het prettig om te weten dat een collega samen met mensen met de juiste expertise werkt aan de vergunningen. Ook die moeten er op tijd zijn. Vertrouwen in elkaar hebben is dan erg belangrijk. Dat zat helemaal goed. In een periode van vijf à zes maanden hebben we van niets iets kunnen maken.”

“Een goede adviseur is voor ons onmisbaar”

In de Vulcaanhaven aan de noordkant van de Nieuwe Maas wordt op de terminal van Rotterdam Bulk Terminal (R.B.T.) B.V. dagelijks divers stuk- en bulkgoed op- en overgeslagen. Toen de oude omgevingsvergunning toe was aan een revisie, besloot directeur Carola Broers-Keuning dat dit ook hét moment was om nieuwe activiteiten onder de vergunning te brengen.

De RBT-terminal is met een recht een multi-purpose bulk terminal. De lay-out van de terminal, in combinatie met het type brugkraan, maakt het technisch mogelijk om een grote verscheidenheid aan bulkproducten te behandelen. De focus ligt op het behandelen en opslaan van bulkproducten, met name kolen, droge mineralen, agri- en biomassa. Wat er op de terminal kan worden behandeld, hangt echter ook samen met wat vergund is in de omgevingsvergunning,

De terminal opereert al jaren onder een vergunning die stamt uit 1994, nog uit de tijd van de vorige eigenaar van de terminal. “De DCMR wees ons er op dat die situatie niet langer voort kon duren”, vertelt managing director van de RBT Carola Broers-Keuning. “De vergunning moest gereviseerd worden. Op dat moment hebben we besloten dat als we toch aan die klus gingen beginnen, we ook nieuwe activiteiten onder de vergunning wilden brengen. Voor een kantoor met vier fte, is dat onbegonnen werk. Het ontbreekt hier aan specialistische kennis. Daarom schakelden we Kuiper en Burger in.”

Prettige samenwerking

Concreet vroeg Broers-Keuning Kuiper en Burger RBT te begeleiden in het complete vergunningstraject. “Wij hebben aangegeven welke producten we in de toekomst eventueel voor klanten zouden willen behandelen, om hoeveel ton dat zou gaan en hoeveel schepen we denken te ontvangen op de terminal. Ook deelden we allerlei informatie, zoals het water- en energiegebruik. Maar verder hebben ze ons volledig ontzorgd”, vertelt Broers-Keuning. “Daarbij was het prettig dat Kuiper en Burger beschikt over een goed netwerk. Zij weten wie er bodemonderzoek kan verrichten, of een geluidsonderzoek. Doordat ze met bij hen goed bekende partijen werken, loopt de communicatie soepel.”

Broers-Keuning heeft zelf ook goede ervaringen met de manier waarop de communicatie tussen RBT en Kuiper en Burger verliep. “Mijn baan is druk en ik ben niet altijd even goed bereikbaar”, bekent ze. “Daarom loopt veel communicatie over de mail. Kuiper en Burger past zich daarin goed aan.”

Advies

Inhoudelijk is Broers-Keuning vooral tevreden over de manier waarop Kuiper en Burger met haar bedrijf meedacht. “Wij hadden op basis van onze kennis over de markt en de richting waarin die zich ontwikkelt goed in ons hoofd welke nieuwe activiteiten we onder de vergunning wilden brengen”, vertelt ze. “Maar bij Kuiper en Burger kunnen ze inschatten wat bepaalde activiteiten onder vergunning brengen concreet zou betekenen voor het vergunningstraject. Ze kunnen je dan adviseren hoe dit aan te pakken.”

Ook is ze te spreken over de manier waarop het advies en ingenieursbureau structureel de eigen diensten met de klant evalueert. “Kuiper en Burger doet voor ons meer dan alleen de begeleiding bij de aanvraag van een nieuwe vergunning. Ze volgen voor ons bijvoorbeeld ook milieu aanvragen in de omgeving en houden relevante wetswijzigingen voor ons bij. Onlangs hebben we met hen de samenwerking geëvalueerd. Dat heb ik als prettig ervaren.”

Tijdens het vergunningstraject stuurde Kuiper en Burger namens RBT al verschillende conceptaanvragen naar de DMCR voor feedback. Nu de definitieve aanvraag de deur uit is, is het de vraag of dit ook betekent dat snel groen licht wordt gegeven door het bevoegd gezag. “Wanneer we daadwerkelijk kunnen beginnen met nieuwe op- en overslagactiviteiten is dus nog even afwachten”, aldus de directeur.

“Een goede mix van inhoud, plezierige persoonlijkheden en humor”

Na een bezoek van het bevoegd gezag aan het rangeerterrein Kijfhoek in 2010 werd het spoorbeheerder ProRail pijnlijk duidelijk dat een en ander daar niet goed ging: zo werkten verschillende bewoners en gebruikers onvoldoende samen. Tijd voor actie. Tijd om Kuiper & Burger in te schakelen.

“Na het bezoek van het bevoegd gezag wilden we de situatie op Kijfhoek zo snel mogelijk in beeld brengen”, legt manager privaatrecht Peter Enneking van ProRail uit. “We vroegen advies- en ingenieursbureau Kuiper & Burger om met ons mee te denken.” Dat was een goede keus. “We haalden een goede mix van inhoud, plezierige persoonlijkheden en humor in huis.” Een voorbeeld? “Sommige mensen stuur je om een boodschap en die voeren dat keurig uit. Adviseuse Renske Oussoren kwam echter met meer terug. Bij haar wist ik dat het goed kwam.”

Veiligheid

Omdat Kijfhoek in de dichtbevolkte Drechtsteden ligt en jaarlijks duizenden wagons met gevaarlijke stoffen behandelt, krijgt veiligheid hoge prioriteit. “Toch was er de laatste jaren langzaamaan een situatie ontstaan waarin de verantwoordelijkheden op het gebied van veiligheid niet goed belegd waren”, vertelt Enneking. “Uiteraard kende iedereen wel zijn of haar eigen verantwoordelijkheden, maar de samenwerking tussen de bewoners en bezoekers verliep niet goed. Zo werd er bijvoorbeeld niet gezamenlijk geoefend voor eventuele calamiteiten en was ook het calamiteitenplan niet up-to-date.”

Kuiper & Burger begon direct met het analyseren van de situatie die zich op emplacement Kijfhoek voordeed. “Naar aanleiding van de analyse kwam de adviseuse van Kuiper & Burger met het plan een veiligheids- en milieuorganisatie op te zetten: VMO Kijfhoek.” De ProRail-manager legt uit: “Het is een samenwerkingsverband waarin bewoners ten aanzien van gezamenlijke belangen op het gebied van veiligheid structureel met elkaar samenwerken, overleggen en oefenen.”

Zeer complex

Naast het oprichten en het implementeren van de VMO heeft Kuiper & Burger zich de afgelopen 1,5 jaar ook intensief bezig gehouden met het verbeteren van het toegangspassensysteem. “Het aantal mensen dat op Kijfhoek komt, is de laatste jaren fors toegenomen. Op aangeven van de Arbeidsinspectie hebben we er een extra functionaliteit aan toegevoegd.” Enneking legt uit: “Voorheen was het toegangspasje louter een soort sleutel. Bij gebruik kon Kijfhoek betreden worden. Nu registreert het systeem ook hoe laat iemand binnenkomt en het terrein weer verlaat. Zodra we willen weten wie zich op het spoorwegemplacement bevindt, kunnen we een lijst inzien en zo nodig uitdraaien.  Al met al een complex gebeuren, waarmee Kuiper & Burger ons zeer goed heeft geholpen.”

Dat Enneking tevreden is over de werkwijze van én samenwerking met het advies- en ingenieursbureau, daar laat hij geen misverstand over bestaan. “We hebben gezamenlijk een intensief proces doorlopen.” Het behelst meer dan alleen het opzetten van de VMO en het implementeren van een nieuw registratiesysteem. “De belangen zijn namelijk niet altijd hetzelfde: directies moesten op één lijn gaan zitten, anderen moesten overtuigd en opgewarmd worden. Het blijkt maar weer dat vreemde ogen dwingen. Het is heel belangrijk dat iemand met gezag met advies komt. Dat werkt.”

Kijfhoek

Spoorbeheerder ProRail is eigenaar van Kijfhoek, één van de grootse rangeerterreinen van Europa. Het terrein is een spoorwegemplacement voor het splitsen en samenstellen van goederentreinen. Kijfhoek ligt tussen Barendrecht en Zwijndrecht nabij Rotterdam en is met vijftig hectare en 43 verdeelsporen met railremmen het grootste rangeerterrein van Nederland.

“Geweldig hoe ze ons ontzorgen”

Het terrein van de Reinigingsdienst Waardlanden in Gorinchem zal de komende jaren een stuk intensiever gebruikt worden. Reden voor de reinigingsdienst om het terrein uit te breiden. Kuiper & Burger ontzorgde planner en KAM-coördinator Johan Gijsen bij de aanvraag van milieuvergunningen.

Reinigingsdienst Waardlanden is de reinigingsdienst voor de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard en Zederik. In de gemeenten zamelt de dienst niet alleen afval afkomstig van huishoudens in, maar haalt ook afval bij bedrijven op.

“Op dit moment rollen we omgekeerd inzamelen uit in de gemeenten”, vertelt Gijsen. “Dat betekent dat we meer gescheiden afval aan huis ophalen bij inwoners. In het buitengebied kunnen mensen hun PMD-verpakkingsafval (plastic, metalen en drankenkartons) bijvoorbeeld kwijt in een aparte container. Dit betekent natuurlijk wel dat wij meer ritten met onze inzamelvoertuigen maken. Dat zorgt voor extra drukte op ons terrein in Gorinchem waar het afval wordt overgeslagen.”

En dat terrein wordt de komende tijd toch al een stuk intensiever gebruikt. “Voorheen reden wij het ingezamelde afval vanuit de wijk rechtstreeks naar de afvalverwerker in Dordrecht”, legt Gijsen uit. “Inmiddels hebben we met onze dienstverlener echter afgesproken dat zij het afval met LZV’s (extra lange en zware vrachtauto’s) bij ons komen ophalen in Gorinchem. Op zo’n vrachtauto passen drie in plaats van twee containers, wat natuurlijk hartstikke goed is voor het milieu. Het betekent wel dat we veel meer afval (tijdelijk) moeten kunnen opslaan, maar ook dat we nog meer transportbewegingen hebben op ons terrein in Gorinchem.”

Uitbreiden

In 2015 kocht de reinigingsdienst daarom een stuk grond aan waarmee het terrein kon worden uitgebreid. Gijsen: “Op dat moment moet je gaan nadenken over je vergunningen. Je gaat je terrein immers anders gebruiken. Wij hebben daar echter weinig kaas van gegeten. Zo’n traject doorloop je misschien eens in de tien jaar. Daar heb je dus geen mensen voor lopen. Op aanraden van contacten in de afvalbranche hebben wij daarom contact gezocht met Kuiper & Burger. Dat was een goede tip. We hadden direct een klik.”

Kuiper & Burger vroeg eerst een milieu-neutrale verandering aan voor het aangekochte stuk grond. Vervolgens ging het bureau aan de slag met de revisievergunning voor de locatie in Gorinchem, zodat Waardlanden op de toekomst is voorbereid. “Er komt van alles kijken bij zo’n vergunning: geluidsonderzoeken, stofonderzoeken. Maar bij Kuiper & Burger hebben ze ons geweldig ontzorgd”, vervolgt Gijsen. “Wij leverden input en vervolgens had je er geen omkijken naar. Bij onduidelijkheden namen ze snel contact op. Ze zitten overal bovenop. Dat heb ik als heel prettig ervaren. Wij konden ons concentreren op dat waar we goed in zijn: op een goede manier afval inzamelen.”

Orde scheppen

Gijsen waardeert ook de proactieve opstelling van het adviesbureau. “Wij hadden hier een hele boekenkast vol met paperassen met milieu-informatie staan. Toen ze dat zagen, hebben ze voorgesteld om alles in te scannen en voor ons te ordenen. Daardoor hebben we nu alle relevante milieu-informatie in een handig digitaal dossier. We kunnen er zelf snel in zoeken en zo sneller op informatieverzoeken reageren”, aldus de planner en KAM-coördinator.

Kuiper & Burger houdt verder alle relevante wet- en regelgeving voor de Reinigingsdienst Waardlanden bij en helpt bij de correspondentie met de autoriteiten. Gijsen: “Dat vind ik toch wel heel goed. Als er een brief uit moet, leest de adviseur van Kuiper & Burger met ons mee.”

Gijsen verwacht dat de revisievergunning snel rond komt. “In oktober zijn we hierover met Kuiper & Burger om de tafel gaan zitten. In april lag er een concept klaar. Eigenlijk is het dus heel snel gegaan. De samenwerking smaakt dan ook naar meer. We hebben nog wat aankopen op het oog. Goede kans dat Kuiper & Burger ons daarbij ook ondersteunt op het gebied van milieuvergunningen.”

Onderaan de streep: Kuiper & Burger

 Voor het realiseren van een innovatieve installatie die hout gaat omzetten naar aardgas, waren een milieu- en een bouwvergunning nodig. Niet alleen was sprake van tijdsdruk, vanwege de nieuwe technologie moest daarvoor soms ook worden gewerkt met aannames. Geen alledaagse opdracht dus. “Kuiper & Burger heeft ons gewoon veel werk uit handen genomen.”

Het plan om een vergassingsinstallatie voor hout in Noord-Holland te bouwen stamt uit 2009. Afvalbedrijf HVC benaderde destijds Koninklijke Dahlman om een studie uit te voeren naar het vergassen van hout als aanvulling op de bio-energiecentrale, waar HVC hout verbrandt en omzet naar stoom om daar elektriciteit van te maken. Samen met partner ECN, dat verschillende technologieën rond vergassing heeft ontwikkeld, voerde Dahlman het onderzoek uit. Hoewel HVC uiteindelijk besloot niet door te gaan met het project, willen ECN en Dahlman er wel graag verder mee. Ook de provincie Noord-Holland, dat het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland heeft opgericht, ondersteunt graag het duurzame energie-initiatief en binnen afzienbare tijd wordt in Gasunie nóg een partner gevonden. In een later stadium schuift ook Engie nog aan. “We zijn toen op zoek gegaan naar een nieuw terrein om de fabriek neer te zetten, en dat vonden we bij Taqa op industrieterrein Boekelermeer in Alkmaar.” Aan het woord is Jan van Leeuwen, namens Dahlman Renewable Technology B.V. (DRT) projectmanager en verantwoordelijk voor onder meer het proces van vergunningsaanvragen voor de nieuwe installatie.

Keuze

De fabriek in Alkmaar zal biomassa en relatief schoon sloophout vergassen door middel van de zogenoemde Milena-technologie. Vervolgens wordt dit gas gereinigd door de Olga- en Aqua-technologie, en opgewerkt tot aardgas (Esme-technologie). Alle technologieën zijn ontwikkeld door ECN en DRT en relatief nieuw. DRT brengt de Milena- en Olga technologie al wel op de markt, maar Esme bevindt zich nog in demonstratie fase. In februari 2016 vraagt het consortium aan Kuiper & Burger om een milieuvergunning voor de installatie aan te vragen. Van Leeuwen: “We hadden ook een offertevraag uitstaan bij een groot ingenieursbureau omdat ik graag een keuze wilde hebben. Kuiper & Burger was sowieso goedkoper, maar het grote verschil tussen beide was dat Kuiper & Burger een duidelijke toelichting gaf op bijvoorbeeld de uren, de inspanning, de doorlooptijden, wat ze wel en niet in rekening brachten en welke opties we zouden hebben. En onderaan de streep heeft deze partij een trackrecord. Dus zijn we met Kuiper & Burger in zee gegaan.”

Extra ruimte

De samenwerking leidt ertoe dat het consortium in oktober 2016 over een milieuvergunning beschikt. “Dat is zonder al te veel problemen gegaan hoewel er nog best wat obstakels waren. Ons ontwerp was namelijk niet altijd heel gedetailleerd en we moesten het dus soms met wat aannames doen. Ook over de look & feel van de installatie hebben we best wat vragen gehad. Daarbij hebben we geprobeerd zo goed mogelijk invulling te geven aan het beeldkwaliteitsplan van de gemeente en daar heeft Kuiper & Burger ook voorstellen voor gedaan. Dat is heel goed gegaan. Gelukkig werkte de gemeente ook bijzonder mee door binnen de verstrekte milieuvergunning ruimte te scheppen voor kortdurende testen op andere brandstoffen.

Bloedspoed

Om de fabriek – die straks per uur zo’n ton hout gaat omzetten naar zo’n 300 kuub aardgas – te bouwen is naast de eigen middelen en een lening ook een Demonstratie Energie-Innovatie subsidie nodig. De aanvraag hiervoor duurt wat langer dan verwacht en komt pas in juli 2017 rond. Hierdoor begint de tijd wat te dringen. Van Leeuwen licht toe: “De SDE-subsidie (Stimulering Duurzame Energieproductie) voor de operationele kosten was al toegekend, maar stamde nog uit de tijd met HVC. En om die te behouden moesten we in april 2018 aardgas in het net voeden. Dat gingen we niet halen.” Besloten werd een nieuwe aanvraag te doen voor SDE+, maar in tegenstelling tot een aantal jaar geleden toen met de HVC nog sprake was van een bestaande koepelvergunning, moest daarvoor naast een milieuvergunning ook een bouwvergunning worden ingediend. En die had het consortium nog niet. “Om mee te kunnen doen met de  najaarsronde voor SDE+-subsidie in oktober 2017, hebben we verleden jaar met bloedspoed geprobeerd een bouwvergunning aan te vragen”, vertelt de projectmanager.

Ook voor deze aanvraag werd Kuiper & Burger ingeschakeld. “Zij hebben werkelijk alles gedaan om dat mogelijk te maken. Ze hebben samen met de gemeente Alkmaar fantastisch werk verzet met als uitkomst dat we op de tweede dag van de SDE+-ronde alles konden indienen.” Helaas is de SDE+-subsidie afgewezen. Probleem: de bouwvergunning betrof nog een voorlopige vergunning omdat de zes weken bezwaartermijn nog niet voorbij waren. Ondertussen is de bouwvergunning al wel definitief en gaat Van Leeuwen in maart 2018 opnieuw SDE+-subsidie aanvragen. Hij heeft er vertrouwen in dat het nu goed komt. Ook kijkt hij met tevredenheid terug op de samenwerking met Kuiper & Burger. “Ze hebben heel veel voor ons, en met ons geregeld. Ze hebben ons gewoon veel werk uit handen genomen. Ik zou ze dan ook zeker aanraden. Ondanks dat het bureau niet zo groot is, is hun expertise mij 100 procent meegevallen. Ze hebben echt experts in dienst. Ik zou nu direct weer voor Kuiper & Burger kiezen.”

 

“Ervaren partner onmisbaar bij aanvraag revisievergunningen”

 Toen afval- en energiebedrijf AVR revisievergunningen moest aanvragen voor zijn locaties in Duiven en Rozenburg, besloot het Kuiper & Burger in te schakelen voor de nodige begeleiding. “Zelf zijn we redelijk ingevoerd in de materie, maar zij weten zoveel meer. Inmiddels zijn ze bijna een soort huisadviseur.”

Op de locaties in Duiven en Rozenburg verwerkt AVR in haar afvalenergiecentrales diverse soorten restafval. Dit afval wordt omgezet in energie, maar ook in grondstoffen. Zo worden metalen teruggewonnen uit de bodemas die overblijft na het verbrandingsproces en ook de bodemas zelf probeert het bedrijf zo hoogwaardig mogelijk af te zetten als grondstof. Vanaf zomer 2019 wordt in Duiven bovendien CO2 afgevangen. Dit gas wordt opgewerkt zodat het kan worden toegepast in kassen. In Rozenburg wordt de haalbaarheid van een afvangsysteem voor het broeikasgas inmiddels ook onderzocht. Er moet een businesscase zijn, maar daarnaast moet ook duidelijk worden of deze activiteit in Rozenburg vergund kan worden. Daarvoor stelt Kuiper & Burger een milieueffectrapportage op en begeleidt het bureau in het kielzorg daarvan een vergunningsaanvraag. Voor AVR is Kuiper & Burger inmiddels een logische partner voor een dergelijke opdracht. Na een kleine opdracht in 2017, begeleidt het bureau AVR sinds 2018 namelijk ook al bij de aanvraag van revisievergunningen voor Duiven en Rozenburg.

Ervaren partner

“Het aanvragen van een revisievergunning is een ingewikkeld proces”, vertelt Rolf Hetterschijt, manager SHEQ en Laboratory bij AVR. “Bovendien doe je dat misschien één keer in de 10 à15 jaar. Er gaat een hoop tijd en geld in zitten en het moet goed gebeuren. Daarom hebben we ervoor gekozen om Kuiper & Burger in de arm te nemen. We merken in alles dat ze bij veel bedrijven vergunningaanvragen begeleiden. Zelf zijn we redelijk ingevoerd, maar zij weten zoveel meer.”

Volgens Hetterschijt weet het bureau precies hoe ze zaken moeten opschrijven en presenteren. “Ze kennen de indieningsvereisten en weten dus precies welke informatie er op tafel moet komen. Als je informatie moet aanleveren over emissies naar lucht of water, weten zijn precies hoe diepgaand die informatie moet zijn. Ook weten ze precies wat de overheid van je mag eisen en wat niet. Dat voorkomt dat een overheidsadviseur je het hemd van het lijf vraagt, terwijl daar helemaal geen wettelijke grondslag voor is. Verder toetsen ze de consistentie van de aanvraag. Als je in een geluidsmodel invoert dat er een x-aantal vrachtauto’s op het terrein rijdt, moet dat in andere modellen die je toevoegt ook terugkomen.”

Laagdrempelig

Wat Hetterschijt in het bijzonder aanspreekt aan de samenwerking met Kuiper & Burger, is de laagdrempeligheid van het contact met de mensen van het bureau. “Rond zo’n revisievergunningsaanvraag heb je veel contact met elkaar, dan het is belangrijk dat dat soepel verloopt”, zegt de manager van AVR. “Zelf heb ik het gevoel dat ik Marco van de Pavoordt van Kuiper & Burger bij wijze van spreken bij nacht en ontij nog kan bellen met een technisch inhoudelijke en gedetailleerde vraag. En dan weet hij ook nog precies waar ik het over heb en hoe we ermee verder moeten. Dat vind ik heel knap. Mijn ervaring is dat grotere bureaus op dat punt toch slechter scoren. Daar kom je al snel uit bij de projectmanager die je aanspreekpunt is, maar die voor het antwoord te raden moet gaan bij zijn specialist.”

Inzicht in consequenties

Een ander nadeel van grotere bureaus vindt Hetterschijt dat ze vaak zeggen dat ze eerst een document willen hebben waarin al de basisinformatie en basiskeuzes voor een project staan. “Voor ons werkt dat niet”, zegt hij. “Pas als de milieueffectstudies op tafel liggen krijg je inzicht in de effecten van bepaalde keuzes. Soms wil je een onderdeel van je plan schrappen, bijvoorbeeld omdat er een flinke investering nodig is om dat onderdeel vergund te krijgen. Kuiper & Burger denkt daarin mee.”

Huisadviseur

Al met al is AVR tevreden met de samenwerking. “Toen we eind 2018 een tijdelijke vervanger voor onze SHEQ-coördinator in Duiven nodig hadden, kon Kuiper & Burger ons iemand uitlenen. Het grote voordeel daarvan is toch dat zo iemand ons bedrijf, de processen en de mensen al kent. In die zin is Kuiper & Burger haast onze huisadviseur geworden”, besluit Hetterschijt. De vergunning voor Rozenburg hoopt AVR in maart 2019 in te dienen. Die voor Duiven in de zomer van 2019.

“Met een goede adviseur win je tijd”

 Onlangs is HVC begonnen met het op kleine schaal afvangen van CO2 uit de rookgassen van haar bio-energiecentrale in Alkmaar voor toepassing in de glastuinbouw. Als huisadviseur stond Kuiper & Burger het afval- en energiebedrijf bij tijdens het vergunningstraject voor de pilot-plant. “Het afvangen van CO2 uit rookgassen is nieuw voor ons, dan is een goede adviseur heel belangrijk.”

 HVC wil een bijdrage leveren aan een duurzamere glastuinbouw en ondertekende daarom in 2014 de Green Deal CO2-voorziening Glastuinbouw Noord-Holland. Het publieke afval- en energiebedrijf vangt CO2 af, zodat het gebruikt kan worden door glastuinders die zo minder gas hoeven te verstoken. Omdat deze techniek relatief nieuw is en er nog de nodige haken en ogen aan zitten, nam HVC onlangs eerst een pilot-installatie in gebruik.

Afvangen

“In Nederland komt bij de verbranding van afval jaarlijks 8 Mton CO2 vrij”, vertelt manager business-ontwikkeling Jan-Peter Born van HVC. “HVC, maar ook andere afvalbedrijven zoals AVR en AEB, onderzoeken of zij dit broeikasgas niet kunnen afvangen om het bruikbaar te maken voor glastuinders. Als een glastuinder de hoeveelheid CO2 in zijn kas verdubbelt, kan een tomaat tot 30 procent harder groeien. Hiervoor verbranden tuinders nu echter nog gas. In de zomer zetten ze hiervoor een gasmotor aan. De warmte koelen ze weg. Eigenlijk is het ongelooflijk dat dit anno 2019 nog gebeurt.”

De rookgassen van de bio-energiecentrale van HVC bestaan voor 12 procent uit CO2. Met de nieuwe demo-installatie wordt dit broeikasgas geïsoleerd, zodat er een 100 procent concentratie CO2-gas ontstaat. “Met een oplosmiddel wassen we als het ware het gas uit de rookgassen”, vertelt Born. “We produceren ongeveer een halve ton per uur. In een jaar komt dat neer op 4.000 ton CO2. Omdat we geen pijpleiding hebben naar kassen, maken we het gas vloeibaar om het transporteerbaar te maken. Met een vervloeier kunnen we het vervolgens in de kas van een tuinder brengen.”

Milieuvergunning

Om het afvangen van CO2 vergund te krijgen, deed Born een beroep op Kuiper & Burger. “Het bureau is zo’n beetje onze huisleverancier bij dit soort processen”, legt Born uit. “Ze kennen onze mensen en zijn op de hoogte van onze installaties en andere vergunningen. Dat helpt enorm in het proces. Aan het begin van het traject komen ze met een uitgebreid spreadsheet waarin ze heel gestructureerd een hele berg informatie uitvragen. Als je dat doorloopt, denk je wel: waar is dit allemaal voor nodig? Maar uiteindelijk winnen ze zo enorm veel tijd. Als er nog aanvullende informatie nodig is terwijl de vergunningaanvraag al loopt, loopt het vergunningstraject namelijk makkelijk uit.”

De aanvraag voor de milieuvergunning verliep niet geheel zonder slag of stoot. “Om de nieuwe activiteit snel vergund te krijgen, hadden we ingezet op een milieu neutrale aanvraag”, vertelt Born. “De Omgevingsdienst ging daar echter niet mee akkoord. Voor de opslag van het afgevangen CO2 gebruiken we namelijk een cryogene tank. Dat is een nieuwe activiteit voor HVC en dat betekent dat je een uitgebreide procedure moet doorlopen. We hebben daar een tijd over gesteggeld. Op aanraden van Kuiper & Burger hebben we er uiteindelijk voor gekozen om de aanvraag op te splitsen in twee delen. Zo konden we alvast gaan bouwen aan de afvanginstallatie die wel eenvoudig werd vergund. Doordat Kuiper & Burger op enige afstand stonden, konden ze een verstandigere beslissing nemen. Op zo’n moment hebben ze meer feeling met wat objectief rechtvaardig is dan HVC.

Opschalen

Inmiddels zijn de afvanginstallatie en vervloeiingsinstallatie operationeel. Toch spreekt Born nog van een spannende tijd. “We weten dat er bij ons afvangproces oplosmiddel verdampt en dat vindt zijn weg naar buiten met de rookgassen”, legt de manager van HVC uit. “Wat daarvan het effect is, weten we nog niet precies. Het kan zijn dat het gebruik van ons middel schadelijk is voor het milieu. Daarom hebben we aan onderzoeksinstituut ECN gevraagd een meetprogramma uit te voeren om te kijken wat er precies verdampt. Dit was ook een onderdeel van onze vergunningsaanvraag. Daar is dit project ook een pilot voor. Verder is HVC van mening dat het CO2 dat wij afvangen na ons proces volgens de wet geen afvalstof meer is. Het bevoegd gezag hebben we hiervan op de hoogte gesteld. Als ze dit niet met ons eens zijn, horen we graag hun argumenten. In dat geval is er mogelijk wel een probleem, want dan kunnen we het CO2 niet zomaar aan een tuinder leveren.”

Blijkt de pilot-installatie een succes, dan wil HVC de CO2-afvang snel opschalen. Born: “Het uiteindelijke doel is om 125.000 ton CO2 per jaar af te vangen. De voorbereidingen voor een nieuwe vergunning staan hiervoor al in de steigers. Na de zomer willen we met Kuiper & Burger een aanvraag indienen. De Mer-beoordelingsnotitie voor de grotere installatie is onlangs al ingediend.”

 

 

Berichten navigatie